Noordwesterstormen teisteren de noordkust en vragen om een belangrijke beeldbepalende randvoorwaarde: een opgetild bouwvolume op palen, relatief hoog boven het doorgaand strandprofiel. De ligging op de noordzijde van het eiland is uniek ten opzichte van de meeste paviljoens in Nederland. De zon komt bijna de gehele dag vanaf de duinzijde waardoor de gasten veelal met de rug naar zee gekeerd zitten.
Het concept voor het jaarrond paviljoen Buren van Nes is op bovenstaande gegevens gebaseerd: een zwevend volume met uitstraling naar alle windstreken. In dit concept kan de natuur onbelemmerd zijn gang gaan, zelfs onder het paviljoen door. De uitstraling van het paviljoen moet hier op aansluiten, het gebouw is te gast in zijn natuurlijke omgeving en genereert hiermee een vanzelfsprekende aantrekkingskracht. Een andere belangrijke drager van het concept is de routing. De routing en beleving begint vanaf de bosrand die daar overgaat in ‘open’ zuigebied met helmgras. Langs deze routing bevinden zich diverse functies eindigend in,- en buiten het paviljoen. Een uitkijkpunt, zitgelegenheid, fietsenstalling, EHBO post, beachbar, snackuitgifte, horeca, multifunctionele ruimte, speelruimte
Transformatie van de hoofdvorm
Het uitgangspunt voor het volume is een traditioneel strandpaviljoen. Graag gaan we de vergelijking aan met de opbouw van een vrucht. Net als bij fruit is de kwaliteit en beleving van een strandpaviljoen uiteindelijk weersafhankelijk. Fruit heeft een sterke aantrekkingskracht en is een natuurlijk uitgangspunt om de (duurzame) ambities van Sjoerd te realiseren. Door de onderdelen van een vrucht conceptmatig te vertalen naar bouwdelen kunnen we het hoofdvolume helder transformeren.
De bouwdelen worden vrij vertaald naar: de schil/buitengevel, vruchtvlees/publieke ruimte, de pit/functionele kern en de bladeren/dak. Door te ‘snijden’ in de vrucht, verdelen we de publieke ruimte in binnen,- en buitenruimte. Hierin raakt de buitenruimte soms tot aan de kern . Door consequente materialisatie komen de bouwdelen en functies nog sterker naar voren. De schil van het hoofdvolume is van hout, de publieke ruimte bestaat uit lucht met glas omgeven en de kern bestaat voornamelijk uit gipswanden met stucwerk. Om de opengesneden publieke ruimte te beschermen wordt een golvend dak gedrapeerd. Het golvende dak creëert openingen tussen het weggesneden hoofdvolume en de onderzijde van het dak. Deze openingen geven het licht de ruimte om tot diep in het paviljoen door te dringen. Het paviljoen krijgt door de openeingen gedurende de dag/ seizoen en weertype een steeds wisselende sfeer. Van een afstand bekeken heeft het paviljoen vanuit iedere windrichting een unieke uitstraling en toont het letterlijk zijn veelzijdigheid.