De zware weersomstandigheden vragen om een belangrijke beeldbepalende randvoorwaarde: een paviljoen op Ameland is een opgetild bouwvolume op palen, relatief hoog boven het doorgaand strandprofiel. De ligging op de noordkant van het paviljoen is uniek ten opzichte van de meeste paviljoens in Nederland. De zon komt hierdoor bijna de gehele dag vanaf de duinen en de gasten zitten veelal met de rug naar de zee.
Het concept voor het jaarrond paviljoen Buren van Nes is op bovenstaande gegevens gebaseerd: een zwevend volume met uitstraling naar alle windstreken. De natuur kan binnen dit concept onbelemmerd zijn gang gaan, zelfs onder het paviljoen door.
De bouwdelen worden vertaald naar: de schil/buitenhuid, het vruchtvlees/publieke ruimte, de pit/functionele kern en de bladeren/dak. Door te snijden in de vrucht, verdelen we de publieke ruimte in binnen,- en buitenruimte. Hierin raakt de buitenruimte soms tot aan de kern (de pit) . Door materialisatie komen de bouwdelen en functies nog sterker naar voren. De schil van het hoofdvolume is van hout, de publieke ruimte bestaat uit lucht met glas omgeven en de kern heeft een eigen materiaal . Om de opengesneden publieke ruimte te beschermen wordt een golvend dak (het blad) gedrapeerd. Het dak laat openingen tussen het weggesneden hoofdvolume en de onderzijde van het dak. Deze openingen brengen het licht tot diep in het paviljoen. Het paviljoen krijgt hierdoor gedurende de dag/ seizoen en weertype een steeds wisselende sfeer. Van een afstand gezien heeft het paviljoen vanuit iedere windrichting een unieke uitnodigende uitstraling en toont het letterlijk zijn veelzijdigheid.